Historische toepassingen van lijnolieverf in gebouwen

Eeuwenlang, zo niet millennia lang, zijn versies van lijnverf integraal geweest voor verschillende toepassingen. Traditioneel werden kalkverf en (caseïne)verf gebruikt om stenen of massieve muurconstructies te versieren, terwijl lijnverf zijn plaats vond op houten en metalen oppervlakken. Deze beproefde verven droegen aanzienlijk bij aan de levensduur van gebouwen en beschermden ze tegen slijtage gedurende langere perioden.
Met de komst van moderne plastic, filmvormende verf, vond er echter een dramatische verschuiving plaats. Plotseling begonnen historische structuren snel te verslechteren. Steen en pleisterwerk brokkelden af, hout verrotte en metaal roestte in een alarmerend tempo.
Een verhelderend voorbeeld van het historische gebruik van lijnolieverf is te vinden in de afbeeldingen van de toepassing ervan op gevelbekleding of clapperboards in verschillende bronnen. Een dergelijke afbeelding is te vinden in de L’Encyclopédie de Diderot et d’Alembert uit 1783,

